Mediawijsheid

Aan de hand van zeven stellingen is gevraagd hoe vaak de leerling bepaalde ervaringen heeft met social media:  

• Hoe vaak vind je het moeilijk om met social media te stoppen? 
• Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder tijd zou moeten besteden aan social media? 
• Hoe vaak gebruik je liever social media dan dat je in het echt tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? 
• Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je geen social media kunt gebruiken? 
• Hoe vaak raffel je je huiswerk af om social media te gebruiken? 
• Hoe vaak ga je social media gebruiken omdat je je rot voelt? 
• Hoe vaak kom je slaap te kort door social media?  

Hierop konden de leerlingen antwoorden met nooit, bijna nooit, soms, vaak en zeer vaak. Op basis van deze antwoorden is het risico op problematisch gebruik bepaald. 

Aan de hand van zeven stellingen is gevraagd hoe vaak de leerling bepaalde ervaringen heeft met gamen: 

• Hoe vaak vind je het moeilijk om met gamen te stoppen? 
• Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder zou moeten gamen? 
• Hoe vaak ga je liever gamen dan dat je in het echt tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? 
• Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je niet kunt gamen? 
• Hoe vaak raffel je je huiswerk af omdat je wilt gamen? 
• Hoe vaak ga je gamen omdat je je rot voelt? 
• Hoe vaak kom je slaap te kort door het gamen?  

Hierop konden de leerlingen antwoorden met nooit, bijna nooit, soms, vaak en zeer vaak. Op basis van deze antwoorden is het risico op problematisch gebruik bepaald.