Impact van corona

Meisjes hebben vaker nog last van ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt tijdens de coronaperiode

Van dit rapport bestaat ook een oudere versie.

Resultaten van de monitor worden onder andere bepaald door de op dat moment geldende coronamaatregelen. De vragenlijst is afgenomen in oktober en november 2021.

Coronamaatregelen oktober-november 2021 

Ten tijde van de afnemen van de vragenlijsten kwamen we uit een zomer waar we relatief veel bewegingsvrijheid hadden. In het najaar van 2021 waren scholen nog open en er kon nog worden gesport. Een coronabewijs was verplicht bij o.a. sportwedstrijden, horeca, bioscopen en evenementen. Vanaf half november werden de regels weer strenger. We mochten thuis 4 mensen ontvangen, werd het coronatoegangsbewijs en het dragen van mondkapjes op meer plaatsen verplicht en was publiek niet meer toegestaan bij sportwedstrijden. Er was nog veel onduidelijk over het verloop van de pandemie, de Omikronvariant deed zijn intrede en zorgde voor veel onzekerheid. 

Corona

Deze (extra) monitor is uitgevoerd om zicht te krijgen op de gezondheid van de jeugd (klassen 2 en 4 van het reguliere voortgezet onderwijs). De coronacrisis kan namelijk op psychisch, emotioneel, sociaal en/of lichamelijk vlak gevolgen hebben. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) [1] deed een literatuurstudie naar de effecten van corona op jeugd, gezin en jeugdveld. Het beeld uit deze overzichtsstudie is heel divers. Met de meeste jongeren gaat het goed. Wel is het duidelijk dat de jeugd negatieve gevolgen heeft ervaren van de coronacrisis. De fysieke leefstijl, het mentaal welbevinden en de schoolresultaten zijn duidelijk negatief beïnvloed. Er werd minder gesport en bewogen, er was meer beeldschermgebruik en mogelijk meer middelen gebruik. Er was een afname te zien van mentaal welbevinden en mentale klachten leken toegenomen. Sociale contacten waren minder intensief en meer online, en gevoelens van eenzaamheid namen toe. Dat lijkt ook het geval voor de kwetsbare groepen: jongeren met psychische problemen leken extra mentaal te lijden. Jeugdigen uit gezinnen in een achterstandssituatie leken meer negatieve effecten op hun schoolresultaten te ondervinden. Corona had ook positieve effecten. Veel mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding vielen weg. Maar dat leidde ook tot rust, meer ruimte om zelf tijd in te delen, meer doorgebrachte tijd met ouders of het leren van nieuwe dingen.  Hoe meer veerkracht iemand heeft hoe beter iemand met de impact en de gevolgen van de coronacrisis om kan gaan. Als jongeren goed in hun vel zitten en een goed netwerk hebben lijken de gevolgen van de coronacrisis hen minder te raken. Dan heeft te maken met veerkracht. Door de coronacrisis blijkt weer hoe belangrijk het is om preventief in te zetten op het versterken van collectieve veerkracht [2].

De resultaten samengevat

  • 71 %

    heeft een of meer ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt tijdens de coronaperiode

  • 18 %

    heeft nog last van een of meer ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt tijdens de coronaperiode

  • 6 %

    heeft een verhoogd risico op PTSS (posttraumatische stressstoornis)

  • 38 %

    had tijdens de coronaperiode extra hulp of steun nodig

In de coronaperiode (maart 2020 – november 2021) hebben Zeeuwse jongeren verschillende gebeurtenissen meegemaakt. Deze gebeurtenissen lopen uiteen van quarantaine en corona hebben gehad tot ziekenhuisopname of overlijden van een dierbare. Van de Zeeuwse jongeren geeft 71% aan dat zij een dergelijke ingrijpende gebeurtenis hebben meegemaakt tijdens de coronaperiode. Zo’n 18% heeft nog steeds last van de ingrijpende gebeurtenis die zij meemaakten en 7% heeft een verhoogd risico op posttraumatische stressstoornis (PTSS) (zie figuur 1). Zeeuwse jongeren wijken hierin niet af van hun Nederlandse leeftijdgenoten.

Uit de resultaten blijkt dat meisjes vaker een ingrijpende gebeurtenis hebben meegemaakt (74%) dan jongens (69%). Daarnaast geven zij vaker aan daar nog last van te hebben (22% versus 15%) en hebben zij vaker een verhoogd risico op PTSS (9% versus 4%) (zie figuur 2). Er zijn geen verschillen tussen leerjaar en onderwijsniveau zichtbaar.  

Uitleg indicatoren

Verhoogd risico op PTSS (CRIES-score)

Voor het bepalen van het risico op een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is gebruik gemaakt van de CRIES-13 (Children’s Revised Impact of Event Scale). Dit is een screeningsinstrument met 13 stellingen en is geschikt voor kinderen van 8 tot 18 jaar. Elke stelling heeft vier antwoordcategorieën: helemaal niet, zelden, soms, en vaak. Hoe hoger de score, hoe meer posttraumatische stressklachten een kind ervaart. Een totaalscore van 30 of hoger is gerelateerd aan een verhoogd risico op een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dit betekent dat een kind klachten ervaart die bij PTSS passen. De diagnose PTSS kan enkel via aanvullende diagnostiek gesteld worden.

In de leefomgeving van Zeeuwse jongeren was het in de lockdown van de winter 2020-2021 voor ongeveer de helft makkelijk om te sporten of bewegen in de buurt (49%) en op 1,5 meter afstand vrienden of familie te bezoeken (53%) (zie figuur 3). Het merendeel kon thuis een plek voor zichzelf vinden (77%). Dit verschilt niet ten opzichte van Nederland.

Voor jongens was het makkelijker om te sporten of bewegen in de buurt (55%), dan voor meisjes (44%) (zie figuur 4). Ook konden zij vaker een plek voor zichzelf vinden als ze dat nodig hadden (80% versus 75%).  

Bijna vier op de tien Zeeuwse jongeren had extra hulp of steun nodig tijdens de coronaperiode (38%). Zij gaven vooral aan extra hulp nodig te hebben bij schoolwerk (20%) of omdat ze niet lekker in hun vel zaten (18%) (zie figuur 5). Meisjes hadden vaker hulp of steun nodig (45%) in vergelijking met jongens (30%) (zie figuur 6). Eén op de vier meisjes (26%) had hulp nodig omdat zij niet lekker in haar vel zat, terwijl dit bij jongens slechts één op elf (9%) was. 

Geraadpleegde bronnen, kijk voor meer informatie naar: