Het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) is de meest voorkomende oorzaak van luchtweginfecties bij kinderen.

Bijna alle kinderen hebben vóór hun tweede verjaardag een infectie met het virus gehad. Het virus komt vooral in de wintermaanden voor.

De meest voorkomende klachten bij een infectie met het RS-virus zijn: verkoudheid en hoesten. Soms zijn de klachten erger: benauwdheid of een piepende ademhaling, koorts, long- en/of oorontsteking.

Wordt je kind geboren tussen 1 oktober tot 31 maart?

Dan komt een jeugdverpleegkundige bij je thuis langs voor een kennismaking en om te kijken hoe het met je kind gaat. Als je dat wilt, krijgt je kind gelijk de RSV-prik. Deze werkt meteen en beschermt minstens vijf maanden, lang genoeg voor een heel RSV-seizoen.

De prik bevat antistoffen tegen het RS-virus. Een prik met antistoffen heet passieve immunisatie en is dus anders dan een vaccinatie. Bij vaccinatie maakt het lichaam antistoffen aan na een prik. Bij passieve immunisatie zitten die antistoffen al in de prik.
Omdat het lichaam niet zelf antistoffen hoeft aan te maken, is de prik niet belastend voor je kind.