Activiteitenprogramma 2022 Programmalijn: Fysieke Veiligheid

Programmalijn: Fysieke Veiligheid

Fysieke Veiligheid heeft de volgende hoofddoelen:

  1. Uitbraken van infectieziekten worden voorkomen
  2. Toezichttaken worden in opdracht van gemeenten uitgevoerd
  3. Leefomgeving draagt positief bij aan de gezondheid
  4. De GGD levert een doeltreffende inzet (24/7) bij crises en calamiteiten

1.1 en 1.2

  • 1.1 Het voorkomen van het verspreiden van infectieziekten
  • 1.2 Acuut ingrijpen bij het opkomen van bestaande of nieuwe infectieziekten

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 1.1 en 1.2:

Infectieziektebestrijding (IZB, TBC, PMR & SG):

  • Continueren met COVID-19 bestrijding: met focus op kwetsbare groepen, het signaleren en beheersen van clusters (brandhaarden), onderzoeken van onderlinge verbanden tussen patiënten en mogelijke bronnen en ondersteuning van de COVID-19 teams (testen en bron- en contactonderzoek).
  • Ter bescherming van (nieuwe) infectieziekten houden we zicht op ontwikkelingen omtrent resistentie, behandeling daarvan en volgen van trends en nieuwe diagnostiek methodes in het voorkomen van ziekten. Het gaat bijvoorbeeld om antibioticaresistentie, de ziekte van Lyme, Legionella, Hepatitis en Meningokokken.
  • Doorgeven van meldingen van infectieziekten (waaronder actieve en latente TBC, SOA’s etc.) aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM/CIB) en verzorgen bijbehorende afwikkeling waaronder in bepaalde gevallen het informeren van de autoriteiten (bv. burgemeester), en de bevolking.
  • In kaart brengen van aard, omvang en verspreiding van infectieziekten in Zeeland: via surveillancetaak en gericht onderzoek.
  • Zorg dragen voor gericht bron- en contactopsporing (bijv. in geval van hepatitis B of SOA besmetting) en zorgdragen voor waarschuwing betrokkenen om verdere verspreiding te voorkomen.
  • Zorgdragen voor vangnetfunctie en Outbreakmanagement (OBM), in geval van dreiging of uitbraak van infectieziekten (door bijv. groot aantal gevonden infecties bij contactonderzoek).
  • Beantwoorden van vragen van Zeeuwse burgers en geven van voorlichting, trainingen en advies via rapportages, website, (social) media en aan specifieke doelgroepen (jongeren, prostituees, allochtonen etc.) op individueel- en groepsniveau. Voorbeelden hiervan zijn: projecten als Nu niet zwanger, Gezonde school i.c.m. thema relaties en seksualiteit en het geven van de training ‘girls talk’ in samenwerking met het SMWO.
  • Organiseren van landelijke preventiecampagnes en bieden van regionale preventieve activiteiten, gericht op verbeteren van de (lokale) gezondheid
  • Fungeren als kenniscentrum en adviseren met betrekking tot preventie, opsporing en behandeling: intern en aan gemeenten en ketenpartners als huisartsen, justitie, welzijnsinstellingen, zorgcentra, onderwijs etc. Digitale wegwijzer wegwijzerseksuelegezondheid.nl is mede door een webinar succesvol gelanceerd.
  • Participeren in centrum Seksueel Geweld. Vanuit de wegwijzer zal per najaar 2021 een nieuwsbrief worden opgezet in samenwerking met partijen Centrum seksueel geweld en (abortuskliniek) ZEAZ.
  • Participeren in de organisatie van Roze zaterdag 2023, met bieden van een gezondheidsmarkt.
  • Adviseren gemeenten over passende beleidsmaatregelen

Spreekuren & vaccineren

  • Diagnostiek, behandeling en begeleiding van personen met TBC of LTBI; screening van risicogroepen en BCG vaccinaties bij specifieke groepen, waaronder kinderen vanaf 2 maanden tot 6 jaar in vastgestelde risicogroep
  • Voeren van geïntegreerd spreekuur uit op het gebied van SOA en seksualiteit. De spreekuren richten zich op specifieke risicogroepen (o.a. jongeren, MSM, sekswerkers).
  • Diagnosticeren en behandelen van cliënten waarbij een SOA is vastgesteld en bijdragen aan de uitvoering van individuele zorgverlening inzake PrEP (HIV preventie) aan MSM.
  • Bieden van de mogelijkheid tot het voeren van een keuzehulpgesprek (voorheen taak FIOM nu GGD) aan vrouwen die onbedoeld zwanger zijn.
  • Geven van voorlichting en advies aan cliënten die spreekuur bezoeken.
  • Houden van reizigers- en beroepsgroepenspreekuren, circa vijf dagen per week verdeeld over drie locaties in Zeeland.
  • Vaccineren van risicogroepen op maat zoals o.a: het gordelroos vaccin, HPV buiten het Rijksvaccinatieprogramma en het griepvaccin voor mensen jonger dan 60 jaar zonder indicatie.
  • Vaccineren beroepsgroepen zoals; zorgmedewerkers, brandweerlieden, zeevarenden, medewerkers gemeentewerken en vuilnisophaaldiensten, etc. en op verzoek op een locatie bij gemeenten of bedrijven.
  • Jaarlijkse vaccinatie hepatitis B voor de zorgopleidingen op verschillende scholen in Zeeland.
  • Onderzoeken mogelijkheden e-health ter ondersteuning van de spreekuren.
Lees meer

1.3 Optimale hygiëne in de openbare gezondheidszorg

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 1.3:

  • Adviseren en inspecteren van instellingen, bedrijven en ondernemers op het gebied van hygiëne en infectiepreventie.
  • Ondersteunen instellingen en bedrijven met adviezen op het gebied van (voedings)hygiëne. In verpleeghuizen en woonzorgcentra geven wij advies over verpleegtechnisch handelen en hoe infecties voorkomen kunnen worden door hygiënisch te werken.
  • Geven van begeleiding bij het werken volgens de hygiëneregels die opgesteld zijn door het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV) aan diverse organisaties. Denk hierbij aan organisaties voor dak- en thuislozenopvang, scholen, campings etc.
  • In opdracht van gemeenten overleg met de organisaties van publieksevenementen, om te beoordelen of men de nodige maatregelen heeft genomen om hygiënerisico’s te beperken.
  • Toezicht houden op naleving van de wet met betrekking tot tatoeëren en piercen. Inspecteren van de verschillende studio’s en al dan niet verlenen van een vergunning.
  • Inspecteren van zeeschepen in de Zeeuwse havens conform de normen van de World Health Organization.
  • Uitvoeren van audits op het gebied van hygiëne en veiligheid, voor verschillende instanties waaronder verpleeg- en verzorgingshuizen. Na de audit wordt een auditrapport opgesteld met conclusies en adviezen. In hoeverre audits in 2022 kunnen worden uitgevoerd in zorg- en verpleeghuizen hangt af van de COVID-19 ontwikkelingen.
  • Inspecties in seksinrichtingen op verzoek van de gemeente uitgevoerd. Hierna wordt een inspectierapport opgesteld met conclusies en eventuele tekortkomingen welk door de eigenaar opgelost dient te worden.
  • Geven van scholing aan verschillende organisaties op gebied van hygiëne en veiligheid.
  • In opdracht van het Centraal Orgaan Asielzoekers uitvoeren van jaarlijkse inspecties in de asielzoekerscentra. Bij opening van nieuwe locaties wordt tevens voorinspectie verricht.
Lees meer

1.4 De vaccinatiegraad is op het vereiste niveau volgens de normen van het RIVM

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 1.4:

De GGD voert het rijksvaccinatieprogramma uit als onderdeel van de Jeugdgezondheidszorg. Kinderen krijgen vaccinaties tegen besmettelijke infectieziekten. In Nederland is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor het Rijksvaccinatieprogramma. De minister bepaalt welke vaccinaties kinderen krijgen aangeboden. De minister neemt die beslissing op basis van een advies van de Gezondheidsraad. De ontwikkeling van het Rijksvaccinatieprogramma staat niet stil. Er komen nieuwe vaccins op de markt, de kennis over vaccinaties neemt toe en soms komt een nieuwe infectieziekte in beeld. In de komende jaren worden er nieuwe vaccinaties aan het Rijksvaccinatieprogramma toegevoegd.

Lees meer

1.5 Het voorkomen van resistente bacteriën tegen antibiotica in zorginstellingen

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 1.5:

Een deskundige infectiepreventie (D.I.) van THZ neemt deel aan het regionaal coördinatieteam van het Zorgnetwerk voor infectiepreventie en tegen antibioticaresistentie (IP & ABR Zorgnetwerk Zuidwest Nederland.) Het Erasmus MC is opdrachtnemer van de subsidie van VWS/RIVM voor dit ABR Zorgnetwerk dat in deze subsidieperiode loopt van mei 2021 tot en met april 2023. Met de GGD Zeeland is een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de inzet van een D.I. van GGD Zeeland in het Regionaal Coördinatieteam. Dit is gebaseerd op een gemiddelde inzet.

Lees meer

2.1 Gemeenten hebben zicht op de kwaliteit van de kinderopvang

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 2.1:

De inspecteurs Kinderopvang van de GGD Zeeland inspecteren kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. De getoetste eisen gaan over ouderinspraak, kwalificatie personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, pedagogische beleid en praktijk, klachtenafhandeling en de voorschoolse educatie. De inspecties vinden jaarlijks plaats en kunnen, afhankelijk van eerder geconstateerde tekortkomingen op die locatie, in omvang en diepte variëren. Jaarlijks wordt 100% van de kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en de gastouderbureaus geïnspecteerd en per gemeente minimaal 5% van de geregistreerde gastouders.

Na de inspectie adviseert de inspecteur de gemeente over de bevindingen. Naar aanleiding van de inspectie kan er door de gemeente de opdracht gegeven worden om een nader onderzoek uit te voeren. De gemeente bepaalt of er handhavend wordt opgetreden. Tevens kan de gemeente opdracht geven voor het uitvoeren van een incidenteel onderzoek, bijvoorbeeld wanneer een locatie een VVE-registratie aanvraagt. De toezichthouder bekijkt dan op locatie of de houder aan alle wettelijke eisen voldoet op het gebied van VVE en welke gemeentelijke afspraken er gemaakt zijn over bijvoorbeeld scholing.

De inspectierapporten zijn in te zien op de website van het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Bij een aanvraag voor het starten van een nieuwe kinderopvangvoorziening (hier valt ook de gastouderopvang met opvang bij de gastouder thuis of bij de vraagouder(s) onder) beoordeelt de inspecteur of aan de minimale wettelijke eisen wordt voldaan. De inspecteur adviseert na de inspectie de gemeente om de voorziening al dan niet op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

In 2022/2023 wordt de inspectie inhoudelijk ingericht in samenspraak met de gemeenten en kan de toezichthouder bepalen op welke domeinen de nadruk gelegd wordt bij een kinderopvanglocatie of een gastouderbureau. Daarnaast zal vanaf 2022 de gastouderopvang intensiever geïnspecteerd gaan worden, waarbij gekozen is voor een minimale steekproef van 50% van de ingeschreven gastouders, terwijl voorheen deze steekproef op minimaal 5% lag. De gemeenten zijn in 2023 verplicht om deze steekproef toe te passen. Voor deze intensivering is extra geld beschikbaar gesteld vanaf 2022 dat door de gemeente gereserveerd moet worden voor dit doel. De inspectietijd voor de meting van de kwaliteit van de Voorschoolse Educatie binnen de kinderopvang zal verhoogd worden met 75 minuten wegens een aantal wijzigingen binnen dit domein.

Lees meer

2.2 Gemelde calamiteiten en geweldsincidenten in het kader van de Wmo zijn onderzocht

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 2.2:

Op basis van de Wmo 2015 draagt het gemeentebestuur zorg voor de maatschappelijke ondersteuning van ingezetenen evenals de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen die in dat verband worden aangeboden. De gemeenteraad stelt periodiek een beleidsplan op ter uitvoering van de wet en stelt nadere regels in een verordening. In het verlengde hiervan ziet het gemeentebestuur toe op de naleving van wat bij of krachtens de Wmo 2015 is geregeld. Gemeenten hebben GGD Zeeland opdracht gegeven reactief toezicht te houden.

De toezichthouder doet onderzoek naar onderliggende oorzaken van een melding ‘calamiteit’ of ‘geweldsincident’ WMO volgens de Prisma methode, met als doel het voorkomen van soortgelijke incidenten in de toekomst.

Werkzaamheden van de toezichthouder:

  • Het voeren van gesprekken met betrokkenen en het inzien van stukken, waaronder de overeenkomst tussen de gemeente en de aanbieder, kwaliteitsdocumenten en het cliëntdossier van de aanbieder.
  • Toepassen van hoor en wederhoor.
  • Opstellen van een rapport en een advies aan de gemeente.

Bij de gegevensverzameling en oordeelsvorming zal de toezichthouder gebruik maken van de kwaliteitseisen zoals die zijn opgenomen in de wet en uitgewerkt in de verordening. Daarnaast zal de toezichthouder terugvallen op uitgangspunten (het bestek) en afspraken (het contract) die in het kader van de inkoop van voorzieningen zijn gemaakt met de aanbieder over de kwaliteit van de aan te bieden voorzieningen.

Lees meer

3.1 De leefomgeving daagt uit tot een gezonde leefstijl

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 3.1:

Als GGD nemen we deel aan het project de Groene Revolutie om ervoor te zorgen dat steeds meer scholen hun schoolplein van grijze stenenplein omvormen naar een groene speel- en leeromgeving. (zie ook Programma Gezond in de Wijk, 1.3 Groene revolutie gezonde schoolpleinen).

Lees meer

3.2 Publieke gezondheid is onderdeel van de omgevingsplannen en visies van gemeenten en provincie

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 3.2:

  • Beleidsadvisering: De teams medische milieukunde en adviseurs publieke gezondheid adviseren de lokale overheid bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid op gebied van gezonde leefomgeving en omgevingsvisies/omgevingsplannen. Deze beleidsadvisering is van belang voor de beleidsterreinen ruimtelijke ordening, verkeer en milieu en welzijn en volksgezondheid en is gericht op het bevorderen van de publieke gezondheid. In 2022 treedt de omgevingswet in werking en dat zal de nodige aanpassingen voor gemeenten betekenen.
  • We stimuleren integrale verbinding tussen het fysieke en het sociale domein binnen GGD en gemeente. Hierin wordt meegenomen hoe de burgers uit een gemeente betrokken kunnen worden.
  • Samenwerking: Samen met RUD en VRZ wordt ingezet op een veilige, gezonde en schone leefomgeving.
  • Stimuleren gezonde leefomgeving met voorrang toe te passen in wijken en buurten met gezondheidsachterstanden.
Lees meer

3.3 De leefomgeving nodigt uit tot ontmoeten

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 3.3:

Nog nader te bepalen of nog niet uitgewerkt.

Lees meer

3.4 De leefomgeving is groen, veilig en veroorzaakt geen hinder (geur, geluid, (fijn)stofhinder)

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 3.4:

  • Signaleren, Verzamelen, Registreren en Analyseren: Het team Medische Milieukunde brengt de gemeente op de hoogte bij signalering van dreigende gezondheidsrisico’s als gevolg van het milieu door het verzamelen, registreren en analyseren van milieu en gezondheidsgegevens. Voorbeeld hiervan is een uitgebreide analyse van de milieugegevens uit de nationale monitor Volksgezondheid één keer in de vier jaar.
  • Beantwoording en behandeling van vragen, meldingen en klachten: De medisch milieukundige zorg is beschikbaar voor het beantwoorden en behandelen van vragen, meldingen en klachten. Gemeentelijke diensten, Provincie, scholen, huisartsen en burgers kunnen van deze dienst tijdens kantoortijden gebruikmaken. De beantwoording en behandeling kan diverse vormen aannemen, waarbij activiteiten als (kleinschalig) onderzoek en risicocommunicatie noodzakelijk kunnen zijn.
  • Voorlichting ten behoeve van preventie: Deze taak omvat voorlichtingsactiviteiten gericht op de preventie van gezondheidsschade als gevolg van milieufactoren. Het team organiseert zelf of op verzoek van gemeenten voorlichtingsactiviteiten of ontwikkelt voorlichtingsmateriaal. Daarnaast wordt deelgenomen aan campagnes die in breder verband worden georganiseerd.

Deelname academische werkplaats CEPHIR en Academische Werkplaats
CEPHIR is een samenwerking tussen de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC, de gemeente Rotterdam en de GGD Rotterdam-Rijnmond, GGD Zeeland en GGD Zuid-Holland Zuid. CEPHIR bouwt aan een netwerk tussen onderzoek, beleid en praktijk, om kennis te kunnen delen tussen hulpverleners, beleidsontwikkelaars en bestuurders. Ook wil CEPHIR onderzoekers uitdagen om hun projecten te laten aansluiten bij kennisbehoeften vanuit de regio. Tevens zijn we actief lid in de coördinatiegroep van de Academische Werkplaats Milieu en Gezondheid.
Samen met CEPHIR voeren we de projecten Luchtverontreiniging afkomstig van de industrie en chronische aandoeningen uit.

Lees meer

4.1 De GGD is voorbereid op inzet bij crisis en/of calamiteiten

Lees hieronder activiteiten die zijn gekoppeld aan de subdoelen 4.1:

Als de GGD te maken krijgt met een ramp- of crisissituatie, bijvoorbeeld in het geval van een pandemie, een ramp of maatschappelijke onrust, organiseert de GGD zich in een crisisbeleidsteam GGD. Het crisisbeleidsteam wordt geleid door de dienstdoende crisiscoördinator en stelt haar advies op voor de DPG.

In het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) is beschreven hoe de GGD voorbereid is op een ramp of crisissituatie, de plaats van het crisisbeleidsteam in de organisatie en de werkwijze van de crisisorganisatie tijdens een crisis- of rampsituatie.

Het GROP geeft richting aan de vastlegging van de taakverdeling en samenwerking bij de belangrijke processen (intern en extern) van de openbare gezondheidszorg en psychosociale hulpverlening bij crises en rampen. De GGD heeft als zorginstelling een eigenstandige verantwoordelijkheid zich (naast de taken in het kader van de GHOR) voor haar eigen zorgprocessen voor te bereiden op ramp en crisis (Wet Publieke Gezondheid en Kwaliteitswet Zorginstellingen). De GHOR houdt vanuit haar verantwoordelijkheid voor coördinatie en regie op de zorgketen (Wet op de Veiligheidsregio’s), toezicht op adequate voorbereiding van de GGD en op inzet bij (eigenstandige) opschaling. De Directeur PG is verantwoordelijk voor de voorbereiding en inzet van de GGD bij ramp en crisis.

Het GROP heeft tot doel om een efficiënte respons- en afstemmingsorganisatie te creëren binnen de GGD, voor de taken en verantwoordelijkheden van de GGD bij crises voor de 4 GGD-processen Infectieziektebestrijding (IZB), Medische Milieukunde (MMK), Psychosociale Hulpverlening (PSH) en Gezondheidsonderzoek na Rampen (GOR). De crisiscoördinator heeft hierin de coördinerende rol. Naast de crisiscoördinator zijn ook processen IZB, MMK (GAGS) en PSH via een piketregeling 24/7 bereikbaar.

De interne trainings- en oefenprogramma’s (OTO) worden aan de hand van het opgestelde OTO jaarplan weer opgepakt. Tevens wordt het GROP aan de hand van de uitkomsten van de verschillende evaluaties (intern maar ook extern met de ketenpartners) ge-update.

Lees meer