Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022-2023

Aandacht voor kwetsbare groepen in Zeeland

Van dit rapport bestaat ook een oudere versie.

Uit de resultaten van de corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022-2023 blijkt dat er grote gezondheidsverschillen zijn in de Zeeuwse samenleving. Gezondheidsverschillen worden door verschillende factoren beïnvloed, zoals leefsituatie en -omgeving, armoede, schulden en meedoen in de samenleving. Het verbeteren van gezondheid vraagt dan ook om een brede, integrale en domein overstijgende aanpak met oog voor achterliggende problematiek.

De vragenlijsten zijn ingevuld door

  • 5356

    Volwassenen

  • 29 %

    Respons volwassenen

  • 4600

    Ouderen

  • 48 %

    Respons ouderen

Steeds minder Zeeuwen ervaren hun gezondheid als (zeer) goed. Van de volwassenen ervaart 73% de gezondheid nog als (zeer) goed, voor ouderen is dit nog 62%. Na een enigszins stabiele trend (2012 tot 2020) blijkt ditmaal een daling in de ervaren gezondheid. Daarnaast laten de resultaten uit de corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022-2023 nog een aantal opvallende zaken en veranderingen zien in de gezondheidssituatie van de Zeeuwse inwoners. Een belangrijk aandachtspunt betreft de grote gezondheidsverschillen. Een hardnekkig en complex probleem omdat dit beïnvloed wordt door uiteenlopende factoren, zoals leefsituatie en -omgeving, armoede en participatie in brede zin. Het verminderen van gezondheidsverschillen vraagt om een brede, integrale en domein overstijgende aanpak met oog voor achterliggende problematiek. 

Gezondheidsverschillen

Specifieke aandacht is nodig voor mensen met een laag inkomen. Slechts één op drie (36%) Zeeuwse volwassenen en twee op vijf (41%) ouderen met een laag inkomen ervaart de gezondheid als (zeer) goed. Bij mensen met een hoger inkomen ligt dit percentage 1,5 tot 2 keer hoger. Zorgwekkend is ook dat deze kwetsbare groep toeneemt. In 2020 had nog 11% van de volwassenen en 5% van de ouderen moeite met rondkomen, nu zijn deze percentages bijna verdubbeld tot 18% en 9%. Landelijk wordt dezelfde trend waargenomen. Ten opzichte van Nederland hebben Zeeuwen wel iets minder vaak moeite met rondkomen.  

Mensen met een laag inkomen en een lage opleiding (basisonderwijs + vmbo) leven vijftien jaar minder in goede gezondheid dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding en een hoog inkomen. Ook het hebben van bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of schulden hangt samen met slechtere gezondheid. [1] Pharos

Ook op vlak van mentale gezondheid en leefstijl zijn de verschillen groot tussen mensen met een laag en hoger inkomen. Zo, worden er ruim twee keer vaker psychische klachten ervaren door mensen met een laag inkomen en hebben zij 1,5 tot 1,8 keer vaker ernstig overgewicht. 

Op basis van het gender zijn naast mensen met een laag inkomen ook westerse migranten en mensen met maximaal basisonderwijs, vmbo of mbo-1 kwetsbare groepen in Zeeland en zijn er verschillen in gezondheid op basis van geslacht en leeftijd. 

Mentale gezondheid 

Mentale gezondheid is niet alleen bij kwetsbare groepen een aandachtspunt. Ondanks dat Zeeuwen beter scoren op het vlak van mentale gezondheid, gaat de mentale gezondheid wel achteruit. Ruim één op de twee (55%) volwassenen in Zeeland heeft een matig tot hoog risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie, in 2012 was dit nog één op drie (35%). Voor ouderen is de stijging minder groot (39% vs. 44%). 

Daarnaast nam het aantal volwassenen dat psychische klachten ervaart toe van 17% naar 21%. Bovendien denkt één op de negen volwassenen en één op de veertien ouderen er een enkele keer tot heel vaak aan om een einde te maken aan het leven (i). In 2020 was dit nog respectievelijk één op veertien en één op vijfentwintig.  

Gelukkig voelt driekwart van de Zeeuwen zich wel gelukkig en is er een minder zware impact van corona op het leven en gezondheid ervaren. Zeeuwse volwassen en ouderen ervaren ook minder stress dan gemiddeld in Nederland. 

Mantelzorg 

Ruim één op de zeven Zeeuwse volwassenen verleent mantelzorg. In vergelijking met het Nederlandse gemiddelde zijn er in Zeeland meer personen die mantelzorg verlenen. Ditzelfde beeld wordt ook gezien bij andere leeftijdsgroepen in Zeeland, zoals jeugd en jongvolwassenen.

In de toekomst zal er een groter beroep worden gedaan op deze vorm van zorg, terwijl het mantelzorgpotentieel kleiner wordt. Om mantelzorg goed vol te houden is goede ondersteuning essentieel.  

Sociaal welbevinden en leefstijl 

Op een aantal andere punten zien we ook verschillen tussen Zeeland en Nederland. Een belangrijk aandachtpunt in Zeeland blijft eenzaamheid. Volwassen en ouderen voelen zich in Zeeland vaker eenzaam en zowel emotionele als sociale eenzaamheid neemt toe.

Tegelijkertijd is er een negatieve ontwikkeling zichtbaar op gebied van sociale contacten en activiteiten. Zo neemt het aantal lidmaatschappen bij verenigingen af en bewegen volwassenen ook minder vaak. In relatie tot laatstgenoemde hebben Zeeuwse volwassenen ook vaker overgewicht (50%) ten opzichte van gemiddeld in Nederland (48%) en zijn zij vaker beperkt in activiteiten door gezondheidsproblemen.  

De oorzaken van gezondheidsverschillen zijn complex, liggen op meerdere domeinen en zijn nauw met elkaar verbonden. Het positief beïnvloeden van gezondheid ligt daarmee maar voor een klein deel in het volksgezondheidsdomein en grotendeels in andere beleidsdomeinen. [1] Pharos

Advies 

Duurzame aanpak van gezondheidsverschillen nodig  

De aanpak van gezondheidsverschillen vraagt om een brede integrale domein overstijgende aanpak. Waarbij gezondheid en gezond gedrag in samenhang worden bekeken, met de factoren die hierop van invloed zijn. Zoals leefsituatie, moeite met rondkomen, armoede, schulden, participatie in brede zin en gezondheidsvaardigheden. 

Om duurzaam gezondheidsverschillen te verkleinen is het van belang dat effectieve strategieën zoveel mogelijk worden opgenomen in regulier beleid, financiering en bestaande systemen en organisaties. 

  • Investeer met voorrang in kwetsbare groepen, zoals mensen met een laag inkomen, mensen die moeite hebben met rondkomen en migranten. Sluit aan bij hun situationele omstandigheden en leefwereld;  
  • Om verschil te maken is het belangrijk om de doelgroep te betrekken bij de aanpak. Waar liggen hun behoeften, in welke context zijn de problemen ontstaan en welke oplossingen zien zij?  
  • Benader gezondheid breed en positief, over wat iemand kan, belangrijk vindt en eventueel wil veranderen. Daarbij gaat het ook om het vermogen om aan te passen, welbevinden, eigen regie, veerkracht, participatie en zingeving;    
  • Zet in op verbetering van onderliggende oorzaken zoals bestaansonzekerheid, ongezonde leefomgeving  en gezondheidsvaardigheden;
  • Heb oog en aandacht voor de gezondheidsimpact van chronische stress die het gevolg is van moeite met rondkomen op de gezondheid van inwoners;  
  • Zet in op het voorkomen van financiële problemen, vroeg signalering en zorg voor passende ondersteuning voor mensen met financiële problemen;
  • Zet met voorrang in op het creëren van een gezonde leef- en woonomgeving in wijken waar veel mensen met gezondheidsachterstanden wonen. De leefplekmeter is een geschikt instrument om over de plaats waar mensen wonen in gesprek te gaan. 

Het terugdringen van gezondheidsachterstanden komt ook terug in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Hierin zijn gezamenlijke afspraken gemaakt op het gebied van gezondheid en welbevinden. Dit akkoord is opgesteld om te bouwen aan het fundament voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis.   

De impact van gezondheidsverschillen is groot, niet alleen op het levensverloop van mensen zelf, maar ook op de samenleving als geheel. Gezondheid hangt samen met tal van andere zaken zoals zelfredzaamheid, eenzaamheid, stress door financiële problemen en mogelijkheden tot participatie. Dit maakt het terugdringen van gezondheidsverschillen een belangrijke opgave. [2] Pharos

[1]: Pharos – Sociaal economische Gezondheidsverschillen (SEGV)
[2]: Pharos – Gezondheidsverschillen duurzaam aanpakken
(i): In de 12 maanden voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst.

 

Meer weten? Neem contact met ons op: